Augustinus groeit op in Thagaste, een plaats in Noord-Afrika.
In zijn jeugd haalt hij vaak slechte streken uit. daar kan zijn vader Patricius meestal wel om lachen, maar hij wordt boos als Augustinus peren steelt uit zijn boomgaard.
Moeder Monica bidt om de bekering van haar losgeslagen zoon.
Augustinus kan de wijze raad van zijn moeder om zich beter te gedragen en de Heere te gaan dienen slecht verdragen.
Daarom besluit hij naar Rome te gaan en zijn moeder in verdriet achter te laten.
In Rome vindt hij geen geluk en daarom reist hij door naar Milaan.
Daar komt hij in aanraking met Ambrosius naar wie hij graag luistert, want deze bisschop heeft bijzondere preekgaven.
Als zijn moeder hem achterna reist, is zij er getuige van dat Augustinus tot bekering komt.
De uitroep van een kind 'Tolle lege', neem en lees, geeft daarvoor de aanzet.
Dan komt uit wat Ambrosius tegen Monica heeft gezegd: 'moedertje weest gerust, een kind van zulke gebeden en tranen kan niet verloren gaan'
Augustinus wordt later bisschop in Hippo, een stad in de buurt van zijn geboorteplaats.
Hij heeft als kerkvader in de strijd tegen dwalingen veel voor de kerk mogen betekenen.
P. de Zeeuw JGzn heeft een tal van historische jeugdboeken geschreven.
De waardevolste uitgaven over bekende personen uit de (kerk)geschiedenis van de meesterverteller P. de Zeeuw JGzn worden opgenomen in de historische serie voor jong en oud.