In de vroege negentiende eeuw was Nederland een land met maar twee miljoen inwoners, met bijna alleen onverharde wegen, frequente watersnoden, moerassen, onbewoonbare heidevelden en verarmde, stille steden. Door de Bataafse Revolutie van 1798 werd Nederland een staatkundige eenheid, maar het zou nog heel lang duren voordat het land ook een sociale, culturele en economische gemeenschap werd. De 'ruimtelijke orde', de gebrekkige manier waarop stad en land waren ingericht, was daarvan een belangrijke oorzaak. Met een scherp oog voor detail beschrijft Auke van der Woud hoe dat kleurrijke jonge Nederland eruitzag en hoe lastig het voor Den Haag was om er greep op te krijgen.
Dit artikel is niet meer leverbaar. Neem contact op voor meer informatie of alternatieven.