De Bijbel is het meest gelezen boek ter wereld. Toch valt het niet altijd mee om de betekenis van een bijbelgedeelte goed te verstaan: zowel de moderne seculiere cultuur als een ingesleten godsdienstige gewoonte kunnen je in de weg zitten om de betekenis van de bijbelse boodschap te begrijpen. Het Woordenboek voor bijbellezers wil daarom de betekenis van woorden en begrippen uit de christelijke geloofstaal in de het licht van Oude en Nieuwe Testament verhelderen. Zo krijgt de bijbellezer een hulpmiddel om de relevantie van deze woorden - bijvoorbeeld almacht, dood, kruis, gebed, engel, hel, openbaring - (opnieuw) te kunnen scherpstellen. Per kernwoord wordt aangegeven welke plaats dit woord in onze cultuur- en geloofstaal heeft gekregen, wat de bijbelse grondwoorden zijn, en hoe dit woord in de bijbel bedoeld is. Het boek bevat tevens een handzaam register met verwijzingen naar verwante begrippen en een lijst met de woorden die in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV-2004) gebruikt worden. Deze uitgave is bedoeld voor bijbellezers - zowel theologen als niet-theologen - en geïnteresseerden in de taal en cultuur van de Bijbel. Het is zowel een toegankelijke hulp bij het persoonlijk bijbellezen als een gedegen naslagwerk bij de voorbereiding van een bijbelstudie- of cursusavond, meditatie, preek, vergaderopening, catechese- of godsdienstles.