Hofstede de Groot (1802-1886) was van 1829 tot 1872 theoloog aan de universiteit van Groningen. Hij beperkte zich echter niet tot zijn leeropdracht. Hij werkte daarnaast van 1833 tot 1861 als schoolopziener en hij was veertien jaar voorzitter van de eerste nationale onderwijzersbond. De Groot en zijn vrienden, de zogenaamde 'Groninger godgeleerden', bemoeiden zich actief met alle uitdagingen waarvoor de Nederlandse Hervormde Kerk zich zag gesteld: de relatie tussen kerk en staat, kerkbouw en gemeenteopbouw in grotestadswijken en veenkoloniën, de onderwijsstrijd, armoedebestrijding, wijkverpleging en kinderbescherming, vrouwenemancipatie, zending en politiek in de Nederlandse koloniën en afschaffing van de slavernij. Kerk, huis, school en staat - daar draaide het bij De Groot om. Daarom beschrijft deze biografie niet alleen zijn theologisch werk, maar belicht tevens een aantal belangrijke ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving van de negentiende eeuw.
Dit artikel is niet leverbaar. Neem contact op voor meer informatie of alternatieven.