Pieter Vos schetst in Het goede in het gewone leven een protestants perspectief op deugdethiek dat veel oudere wortels heft dan de Reformatie. De mens heeft zich laten vormen door lichtende voorbeelden (Christus en velen in Zijn spoor) en is inderdaad in staat tot deugdzaam handelen (Bregman). Tegelijk heeft dat perspectief oog voor het belang van de wet van God en voor de onontkoombaarheid van het menselijk tekort.