Na zijn vlucht uit Frankrijk wordt de jonge theoloog Henri De la Mare in 1535 secretaris van Guillaume Farel, de onstuimige aanvoerder van de hervormers in Genève. Stap voor stap komt hij dichter bij zijn droom: een van de leiders van de nieuwe kerk te worden. Dan vestigt zich een beroemde maar ook geheimzinnige landgenoot in Genève: Jean Calvin...
Aanvankelijk behoort De la Mare tot de bewonderaars van Calvin. Als de spanningen in Genève na de komst van Calvin alleen maar toenemen, maakt de bewondering plaats voor onbegrip en afkeer. Een confrontatie is onvermijdelijk - met dramatische gevolgen voor De la Mare.
Een indringende roman die je binnenvoert in de wereld van Calvijn. Wat maakte Jean Calvin zo mysterieus? Waarom heeft De la Mare deze man, ondanks alles, nooit kunnen loslaten?
Fragment:
Nooit geweten dat beulswerk zoveel voldoening geeft. Voor het eerst in mijn leven kan ik me voorstellen dat beulen hun werk vanuit een oprechte overtuiging doen; dat ze 's avonds tevreden thuiskomen van hun werk, zich hun eten goed laten smaken, en dan lekker gaan slapen. Met een gevoel van opluchting, zelfs van bevrijding, kijk ik naar de terechtstelling die vlak voor mijn ogen plaatsvindt. Het vuur doet zijn werk, de vellen krullen op, de woorden trekken zich krom, nog eenmaal smeken de letters om gelezen te worden. Het papier verkleurt, wordt bruin, dan zwart, dan gloeiend oranje, om tenslotte uiteen te vallen in as. Ik ben de inquisiteur die zijn eigen haat veroordeelt, ik ben de beul die zijn eigen onrust terechtstelt.
Als ik een nieuwe stapel op het vuur gooi, lijkt het vuur te doven, maar de vlammen kruipen al snel weer onder het papier uit, springen op, gooien hun armen in de lucht, hervatten hun extatische dans. En de rook die opstijgt, dat zijn de zorgen die ik loslaat zodat ze mijn ziel niet langer benauwen. Om het vuur stabieler te maken, ga ik wat hout uit de wintervoorraad in de schuur halen. We hebben toch genoeg.
Het leven heeft talloze geheimen en dankbaar stel ik vast dat ik in ieder geval één van die geheimen heb onthuld. Misschien is dat onze taak op aarde, dat je er als mens in slaagt om op zijn minst één geheim, hoe klein ook, te ontrafelen. Op de dag dat iemand erin slaagt het laatste geheim op te lossen, zal deze wereld voltooid zijn. Die dag zal ik niet meemaken, maar hopelijk aanvaardt God het offer dat ik vandaag breng en laat Hij mij nog wat tijd om van mijn succes te genieten.
Ik ben benieuwd of het me lukt om alles in één dag te verbranden. Er ligt in mijn studeerkamer nog een enorme stapel te wachten. Ik buig me voorover om me aan het vuur te warmen. Sommige vlammen lachen naar me. Nog iets dat ik nooit geweten heb: dat vlammen kunnen lachen.
Frans Willem Verbaas won in 2005 de ND-verhalenwedstrijd met zijn verhaal 'De afrekening'. Uit het juryrapport: 'De schrijfstijl van Verbaas is aantrekkelijk en ter zake doende. Maar waar hij in uitblinkt is de vertragingstactiek. Telkens als een lezer meer wil weten, trapt de schrijver lichtjes op de rem en weidt uit over een klein detail.'
Dit artikel is niet meer leverbaar. Neem contact op voor meer informatie of alternatieven.