In Herfstlicht vertelt Henk Vaessen (1948) een indrukwekkend, waargebeurd verhaal over het omgaan met enorme angst en groot verdriet, waarmee de hoofdpersoon in dit boek plotseling wordt geconfronteerd.
Marten Dunning is een gelovig en integer mens. De herinnering aan de armoede in z´n Drentse land draagt hij altijd met zich mee en ligt op de bodem van zijn ziel. Toch heeft dat hem niet gebroken, integendeel. Zoals een boom door stormen geteisterd, sterke wortels ontwikkelt, zo ook hebben de harde omstandigheden in zijn leven van hem een geslaagd zakenman en een sterke persoonlijkheid gemaakt. Wanneer echter zijn dochter en oogappel Marga door een auto-ongeluk in coma raakt, dreigt er wél iets in hem te breken. Als bestuurder van die auto, zoekt hij de schuld voor dat ongeluk steeds meer bij zichzelf.
Op indringend wijze maakt de auteur de lezer deelgenoot van de strijd van Marten Dunning om deze crisis te'overleven'. Ook bij Hilde - de beste vriendin van Marga - brengt deze gebeurtenis de nodige angst en verwarring teweeg. Voor beiden blijkt uiteindelijk de Bron van het'herfstlicht'de enige reële troost en hoop te zijn.