Vanaf de oprichting in 1868 heeft het Gereformeerd Schoolonderwijs (vanaf 1906 Gereformeerd Schoolverband) een substanti bij-drage geleverd aan de emancipatie van het gereformeerde volksdeel in Nederland. Aanvankelijk richtte het GSO zich op de positionering van de eigen scholen in religieus opzicht. Daarnaast hield men zich vooral bezig met de opleiding van gereformeerde onderwijzers en de professionalisering van het onderwijzersberoep en met de pedagogisch-didactische profilering van de vereniging. Men werkte aan het instellen van een leerstoel voor gereformeerde pedagogiek, de vormgeving van een christelijke leerplanontwikkeling en het instellen van eigen schoolvisitatie.
In dit boek laat Andr osendaal zien, dat het onderwijsnetwerk van de gereformeerde'Schulm er'- in nauwe samenwerking met de christelijke onderwijsvoormannen en VU hoogleraren J. Woltjer, H. Bavinck en J. Waterink - een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij het handen en voeten geven aan de hierboven genoemde ontwikkelingen.