Zeven essays over een dwarse denker
Renée van Riessen en Onno Zijlstra (redactie)
Søren Kierkegaard blijft intrigeren. De belangstelling voor zijn werk is in de eenentwintigste eeuw groter dan ooit tevoren. Dat komt wellicht doordat hij niet zomaar denker is, maar existentieel denker, en niet alleen denker, maar ook schrijver, niet alleen filosoof, maar ook theoloog, niet alleen ironicus, maar ook komiek. Kierkegaard zoekt de lezer op in het bestaan en probeert haar of hem te bewegen tot een intensievere vorm van leven. Dat maakt zijn oeuvre existentieel. En hij ontwikkelt daarvoor een eigen literaire vorm.
In dit boek wordt vooral ingegaan op Kierkegaard als literator en als religieus schrijver, op zijn ethiek, de vreemde offerbereidheid van Abraham, en op Kierkegaards centrale begrip ‘de enkeling’. Wat bezielt Søren – en wat bezielt ons?