Maarten Luther heeft geen theologisch leerboek geschreven. Wie hem theologisch wil leren kennen en begrijpen moet het gesprek met hem aangaan, het gesprek dat hij destijds voerde met de theologische elite en de gewone gelovige van zijn tijd. Voor de gewone gelovigen schreef hij veel stichtelijke teksten om hun in hun vragen en angsten een leidraad en houvast te geven. Deze teksten vinden echter het fundament in zijn academische theologie die hij universitair en in de uiteenzetting met de toenmalige kerk ontvouwde.
'Theologische antropologie - de mens voor God'is gewijd aan de vraag wat wij over het mens-zijn kunnen zeggen, hoe wij onszelf als mensen kunnen begrijpen met alle gevolgen ervan voor ons handelen in onze samenleving en de waarden die wij aan mensen, zaken, gebeurtenissen of verschijnselen toekennen. De vraag is of de theologische wetenschap met haar algemene ('si deus daretur': als God er is) en bijzondere ('si deus loquitur': als God spreekt) vooronderstelling hieraan een bijdrage kan leveren. Luther stelde immers dat slechts vanuit theologische perspectief verstandige, aanvaardbare en bruikbare kennis over het mens-zijn kan worden gewonnen.
'Theologische antropologie'('De mens voor God') is de eerste van 3 banden. De eerste band gaat over het grote thema hoe wij onszelf als mensen beter leren begrijpen als wij beseffen dat wij vóór God staan. Band 2,'Soteriologie'('Geloven in Christus'en de christelijke vrijheid), presenteert centrale teksten over de verandering die het geloof in Christus met zich meebrengt, de zogenoemde christelijke vrijheid. Band 3,'Ecclesiologie'('Leven in de kerk'), zal belangrijke geschriften bevatten over hoe de kerk georganiseerd zou moeten worden als wij beseffen hoe onze situatie voor God en de christelijke vrijheid is.