Met Oefening in christendom sluit Kierkegaard zijn pseudonieme oeuvre af. Net als De ziekte tot de dood waarmee het een tweeluik vormt, werd het boek toegeschreven aan het pseudoniem anti-Climacus die als 'waarheidsgetuige' de strenge eisen van het christelijke leven belichaamt.
Uitgangspunt van Oefening in christendom is de gapende kloof tussen het evangelische christendom en de verwording ervan in 'de bestaande christenheid'. Anti-Climacus zet al zijn dichterlijke, retorische en dialectische krachten in om het christendom opnieuw in zijn oorspronkelijke eenvoud, waarheid en moeilijkheidsgraad weer te geven. In de drie delen van zijn boek werkt hij drie centrale christelijke begrippen uit, die als evenzoveel waakhonden de vanzelfsprekende toegang van de christenheid tot het christendom versperren: de gelijktijdigheid met Jezus, de mogelijkheid van de ergernis en de noodzaak tot navolging.
Oefening in christendom is het zevende deel in de reeks Kierkegaard Werken. Het boek kwam tot stand in samenwerking met de ‘Redactieraad Kierkegaard Werken’ en de Søren Kierkegaard Skrifter (uitgegeven door het ‘Søren Kierkegaard Research Centre’ te Kopenhagen).