"Het gaat erom een waarheid te vinden die voor mij waarheid is, de idee te vinden waarvoor ik wil leven en sterven."
Met deze woorden schreef de jonge Søren Kierkegaard (1813-1855) zich de onsterfelijkheid in. Ze zijn ontleend aan zijn dagboekaantekeningen die hij in de zomer van 1835 in Gilleleje schreef, en vormen de kiem van een omvangrijk en invloedrijk oeuvre in de geschiedenis van de wijsbegeerte en de theologie. In Kierkegaards dagboeken wordt het fameuze 'Gilleleje-fragment' voorafgegaan door een gefingeerde, in elk geval nooit verzonden brief, aan de natuuronderzoeker Peter Wilhelm Lund. Deze brief is de opmaat tot het veel geciteerde en besproken fragment.
De brief en het fragment is een uitgave bij gelegenheid van de 200ste geboortedag van Kierkegaard. In negen bijdragen reflecteren de leden van de 'Redactieraad Kierkegaard Werken' op de kern van Kierkegaards denken.