In de vierde eeuw na Christus kreeg het christendom, aan het begin van de eeuw nog een vrij kleine godsdienst, plotseling politieke macht en aan het eind van de eeuw was het de staatsgodsdienst van het Romeinse rijk geworden. De eeuw die begon met christenvervolgingen sloot af met het verbod de oude goden te vereren, waarna nog eenmaal opstandige legioenen optrokken onder de oude heidense veldtekens in een vergeefse poging het tij te keren. Dit alles had grote gevolgen, tot op de dag van vandaag, voor zowel de staat als het christendom. Was de omvorming van het christendom tot staatsgodsdienst onvermijdelijk, zoals steeds meer christenen meenden, of had het ook anders kunnen gaan?
Auteur Wim Jurg heeft in De vierde eeuw geprobeerd de handelingen, om een bijbels woord te gebruiken, van de niet-christenen en de christenen van toen zo begrijpelijk mogelijk te maken. Hij baseert zich daarbij op de recente wetenschappelijke literatuur, maar gaat ook steeds terug naar de oude bronnen. Het resultaat is een helder beeld van een periode waarover veel onduidelijk is, met aandacht voor zowel de politieke en religieuze kwesties als de kleurrijke hoofdrolspelers. Een meeslepend boek over een beslissende eeuw in de verhouding tussen staat en christendom en tussen staat en godsdienst in het algemeen.
Inhoud
Vooraf
1. De tuinierende god
2. Een net niet heilige keizer
3. Het nieuwe en het oude Rome
4. De heidense asceet die van de oorlog ging houden
5. De keizer die door goddelijke wraak zelfs geen graf kreeg
6. Nog eenmaal de goden
7. Hoe het verderging: de afbeelding van God op aarde
Over bronnen en moderne literatuur
Namen en spelling
Register