Nederland heeft lang een zelfbeeld van openheid en tolerantie gehad. Dat beeld kwam voort uit het naoorlogse optimisme van de middenklasse, die geloofde in kansengelijkheid, ongeacht afkomst of achternaam, en het belang van goede publieke voorzieningen. Zo zou elke nieuwe generatie het beter krijgen dan de vorige.Het geloof in vooruitgang is de afgelopen jaren afgebrokkeld en heeft onder invloed van de politiek plaatsgemaakt voor een sterke hang naar zelfbehoud, met extreme sentimenten tot gevolg. In Eigen welzijn eerst laat Roxane van Iperen op prikkelende wijze zien hoe dit heeft kunnen gebeuren, en spreekt ze de hoop uit dat de middenklasse opnieuw de vooruitgangsgedachte omarmt.