Dit boek gaat over Wouter. Wouter is enig kind en heeft helemaal geen vriendje. Nu moet hij alles alleen doen. Niks aan.
De oude boer Brand doet bijna nooit aardig tegen hem. En Jos, een grote jongen, plaagt hem altijd. Ook niks aan. Maar al moet Wouter alles alleen doen, toch beleeft hij veel avonturen. Het begint al met die griezelige praathond. En dan is er opeens een kippendief. Ook is er een geheim met de ezel van Daan en Gakkie de gans. Hendrik van boer Brand heeft postduiven. Al breng je die nog zo ver weg, ze komen toch weer terug in hun hok. Zal een kanarie dat ook kunnen? Wouter probeert het gewoon.
Als het heeft gesneeuwd, heeft Wouter niemand die met hem wil sleeën. Maar dan komt Jos, die wil het wel. opeens doet hij aardig tegen Wouter. Zal dat goed aflopen?
Als Wouter met Hendrik en boer Brand mee mag naar Urk, beleeft hij weer van alles. O, wat heeft Wouter veel te vertellen als hij thuiskomt. En... hij praat al een beetje Urkers.