De lesbische hoogleraar Rosaria Champagne Butterfield had een goed leven. Ze doceerde Engels bij een vooraanstaande universiteit, had twee huizen en nam actief deel aan de homoen lesbogemeenschap. Maar als ze bijna veertig is, krijgt ze een brief van een dominee. Dat is het begin van een reeks schokkende ontdekkingen. Het christendom, dat Butterfield op zijn best als iets doms en op zijn slechtst als iets zeer schadelijks beschouwde, blijkt bij nader onderzoek anders dan verwacht. Deze autobiografie is het verhaal van Butterfields bekering en zij vertelt haar levensverhaal zoals alleen een professor dat kan: kritisch, onderzoekend, eerlijk en diepgravend.