Van het grote werk van Jan Buisman, Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen, zijn tot nog toe vijf delen verschenen. Het is een geweldig werk, en de periode 1675 tot 1750 was in veel opzichten zeer bewerkelijk. Vooral het feit dat er in deze periode meetapparatuur voor temperatuur en luchtdruk ontstaat maakt dit deel complex. Want de meetreeksen uit het begin van de zogenaamde instrumentele periode zijn vaak moeilijk te interpreteren. De cijfers van mannen als Fahrenheit, Celsius, Eckhardt en Cruquius moeten soms cijfer voor cijfer zorgvuldig omgerekend worden.
Wat gebeurde er in het tijdvak tussen 1675 en 1750? De Kleine IJstijd bereikte dieptepunten. Dat leverde misschien wel de eerste Elfstedentocht op, en in elk geval de eerste Noord-Hollandse Twaalfstedentocht. Willem III wordt koning van Engeland en reist met zijn vrouw Mary geregeld heen en weer over de vaak onstuimige Noordzee. Vaak is hij op een veldtocht in Vlaanderen of Brabant. De beroemde Boerhaave onderzoekt het verband tussen weer en ziekte. Een Friese stadhouder komt om als gevolg van een dwarrelwind. En: wie gaat het winnen, Fahrenheit of Celsius?
Vaak gaat het weer vergezeld van rampen. Dit deel begint met drie ernstige stormvloeden, maar er volgen er meer. Dramatische hoogtepunten zijn de twee kerstvloeden: in 1717 door de zee (met duizenden slachtoffers tot gevolg) en in 1740/1741 door de rivieren, waarbij grote delen van Midden-Nederland meters onder water komen te staan. En dan zwijgen wij nog maar over de ongekende hitte en koude, de onweders en de hagelbuien.