Het IJzeren Veulen van Enny de Bruijn is een klassiek detectiveverhaal met een waargebeurde historische kern. Op een zonnige zomerdag in 1676, midden in de hooitijd, wordt er een lijk ontdekt in de polder. Geen mens heeft iets gezien, maar iedereen speculeert er meteen lustig op los wie de dader zou kunnen zijn. De verhalen zingen steeds luider rond, over overzoenlijke vetes, ongeneeslijke verslavingen en duistere familiegeheimen. Middelpunt van de gebeurtenissen is Gijbertje de Jongh, waardin in de herberg de Fortuyn, die langzaam maar zeker de waarheid achter de moord ontdekt. Maar wil ze die waarheid wel aan het licht laten komen?
De moord is echt gepleegd in 1676, en voor de sfeer is rijkelijk geput uit de overgeleverde processtukken, samen meer dan vijfhonderd pagina's vol details. Wie dit boek openslaat, stapt de kleurrijke wereld van een zeventiende-eeuws dorp aan de rivier binnen, waar de gebruiken anders en soms vreemd zijn, maar waar de mensen even sluw en berekenend, even beminnelijk en kwetsbaar zijn als de mensen van vandaag.
Enny de Bruijn is schrijver, historisch onderzoeker en journalist. Eerder won ze voor haar boek De hoeve en het hart de Libris Geschiedenis Prijs.