Dominee MacPhail is op weg naar een belangrijke vergadering. Die reis duurt wel een week. Onderweg logeert hij in een herberg. In deze herberg ontmoet hij een arm meisje dat in de keuken werkt. Zij weet niets van God. Ze kent de Bijbel niet en ze weet ook niet wat bidden is. De dominee leert haar een kort gebedje: ‘Heere leer mij wie ik ben. Om Jezus’ wil. Amen.’ Dominee MacPhail vraagt aan de Heere of het keukenmeisje echt mag leren bidden. Als de dominee het meisje later weer ontmoet, merkt hij dat de Heere zijn gebed heeft verhoord. Dan leert hij haar nog een gebedje: ‘Heere, leer mij U kennen. Om Jezus’ wil. Amen.’ En ook dat gebed wordt verhoord …